vrijdag 1 april 2016

Menselijk gesproken


Menselijk gesproken hoort, in dit soort barre tijden, je aandacht te zijn bij de slachtoffers van al die ellende. En natuurlijk bij wat we kunnen doen ter voorkoming van aanslagen. En gelukkig, door de bank genomen is die aandacht er wel.

Maar dat belet mij niet geïnteresseerd te zijn in achterliggende, bijna filosofische verschuivingen die teweeggebracht worden door steeds dichterbij kruipend terroristisch geweld.

Neem deze vraag van Leonie Breebaart in Trouw: “Is het echt zo erg dat Nederlanders sterker meeleven met de slachtoffers in Brussel dan met die in pakweg het Nigeriaanse Maiduguri, waar vorige week 22 gelovigen in een moskee het leven lieten?” En het nuchtere antwoord van filosoof en ethicus Rutger Claassen: “Wat dichtbij is doet je meer.”

Dat is natuurlijk nooit anders geweest, maar we durfden het een tijd lang niet hardop te zeggen. Vanaf de jaren zestig en zeventig gold, in ieder geval voor progressief Nederland, dat solidariteit met onderdrukten grenzeloos en wereldwijd moest zijn, zonder onderscheid naar geografie, nationaliteit of religie. Nú vraagt Breebaart zich af: “Is dat niet een erg abstract idee?”

Nog niet zo lang geleden werd het als ontoelaatbaar hypocriet beschouwd om het ene slachtoffer (bijvoorbeeld een Belg) erger te vinden dan het andere (bijvoorbeeld een Nigeriaan). Nú stelt Breebaart: “Maar zo werkt het toch gewoon? Er blijft toch een spanning tussen het idee van solidariteit en het gevoel dat je hebt met mensen die je kent?” Zeg maar tussen dikke en dunne relaties.

Wat mij betreft gaat het hier om de bevestiging van een al zeer oude Joodse waarheid. Namelijk dat het particuliere ertoe doet, en dat de relaties binnen de eigen gemeenschap, of anderszins dichtbij, van een andere kwaliteit zijn dan de relaties die je daarbuiten onderhoudt. Warmer, intensiever, dikker. En dat ze dat ook mógen zijn, zonder dat je onfatsoenlijk wordt naar de rest van de wereld. Zo werkt het misschien wel.

Tot voor kort was het gewaagd om die gedachten te formuleren, in een wereld waarin de spraakmakende elite universeel georiënteerd was en meende alle etnocentrisme en particularisme als hopeloos verouderd te kunnen wegzetten. Die elite is zich aan het herbezinnen en wat mij betreft gaat dat liever niet zover als het neo-nationalisme van Thierry Baudet - ik heb meer met Europa -, maar de erkenning dat het hemd nader is dan de rok lijkt mij een blijk van prijzenswaardige realiteitszin.

Wat me zorgen baart is dat het spectrum in zijn geheel verschuift. Voor het Westen vind ik dat goed, dat mag wel wat inleveren van zijn hoogmoedige universalisme. Maar Israël is al lang particularistisch genoeg en zou zich wat meer aan universele waarden gelegen kunnen laten liggen. Het recente Pew Report wijst echter anders uit: een kwart van de Israëlische bevolking zou de democratie willen inruilen voor een theocratie en 48 procent van de Israëlische Joden is het eens met de stelling ‘Arabieren moeten Israël uit worden gezet’.

Dat voelt niet goed.

Zie ook Landen zonder grenzen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten