vrijdag 7 september 2018

Religieuze infrastructuur


Sommige mensen zijn religieus aangelegd, andere niet. Bij mensen die het hebben, heeft die religieuze aanleg sinds mensenheugenis zijn eigen dynamiek. Die kent soms de vreugde van de religieuze extase, dan weer de zwaarte van een zondebesef, de troostende routine van dagelijks gebed en bijna altijd de beleving onderdeel te zijn van een groter geheel.

Zoals gezegd, sommige mensen zijn daar ontvankelijk voor, andere niet. Mijn intuïtie van de koude grond zegt dat het percentage religie-gevoeligen in ieder samenleving wel zo’n twintig procent van de bevolking uitmaakt.

De vorm waarin deze religieus aangelegde groep zijn aanleg kan beleven is afhankelijk van het aanbod, zeg maar de religieuze infrastructuur die in een samenleving beschikbaar is. In Israël bijvoorbeeld wordt, voor Joden, de daar beschikbare infrastructuur voornamelijk geleverd door de Joodse orthodoxie, al dan niet chassidisch. Natuurlijk zijn, in naam, veel meer Joden orthodox, maar het aantal religieuzen in de bovengenoemde zin zal het percentage van twintig procent niet te boven gaan. De rest van de bevolking beschouwt de religieuze traditie meer als gemeenschappelijk erfgoed waar je al dan niet nostalgische gevoelens bij hebt of je tegen afzet.

In het Westen werd de religieuze infrastructuur traditioneel geleverd door de Christelijke religie, maar door de afkalving daarvan wordt die steeds minder zichtbaar in de samenleving. De Islam daarentegen is qua zichtbaarheid veel aanweziger, en van een overtuigde religieuze uitstraling. Als moderne mensen in het Westen in aanraking komen met authentiek ogende voorbeelden van religie dan betreft het steeds vaker de Islam. Of het nu gaat om het vijf maal daagse bidden, of de terugkeer op Schiphol van Hadj-pelgrims, of de maatschappelijke aandacht voor de Ramadan.

Het zou dus goed kunnen dat binnenkort, voor religieus aangelegde mensen in het Westen, de Islam de meest zichtbare en bekende en dus beschikbare vorm van religie presenteert. Dat is waar te nemen in Nederland, maar in Zweden schijnt die ontwikkeling al veel verder voortgeschreden te zijn.

Daarover vertelt David Thurfjell in zijn boek Het goddeloze volk, dat een hit werd in Zweden. Zweden houden van Christelijke gebruiken, zegt Thurfjell, maar generen zich voor het merendeel om daar ook in te geloven. Écht geloof treffen ze vooral aan bij de Moslims in het land. Voor de religieus gevoeligen onder de Zweden moet daar een grote fascinatie van uitgaan.

Zie ook Liberale varianten

1 opmerking:

  1. Interessante theorie. Wel is het lastig om het begrip religieus nauwkeurig te formuleren. Verder is in het westen de zogenoemde infrastructuur niet zelden verbrokkeld tot een soort iets-isme met strikt persoonlijke invulling, meer een spirituele houvast dan religie. Dat bij verdere afkalving van het christendom (de Roomse Kerk doet erg haar best met alle misbruikzaken) flinke aantallen van de oude aanhang naar de Islam zullen overstappen, lijkt me twijfelachtig. Groepsdynamiek en de slechte geur van de Islam wegens bepaalde opvattingen en terreur zullen sterk remmend werken. Dat religie een taai fenomeen is, staat echter wel vast. Europees communisme bijvoorbeeld slaagde er nooit in de burgers van hun behoefte hieraan te ontdoen. Een waardeoordeel over dit alles hangt samen met de vraag in hoeverre er van religie en/of de bestrijding ervan macht wordt uitgeoefend.

    Monk

    BeantwoordenVerwijderen