donderdag 1 mei 2014

Wat doe JIJ in de ultieme situatie?


De fascinatie voor de ultieme situatie is groot. Dat zal altijd wel zo geweest zijn, maar in deze tijd van het jaar worden we met onze gedachten weer sterk bepaald bij de ultieme situaties die de Tweede Wereldoorlog de mensen voorschotelde. En bij de vragen die sinds die tijd de morele ijkpunten van onze cultuur zijn geweest, zoals: Zou jij je leven in de waagschaal gezet hebben om anderen te redden? Zou jij op het goede moment de juiste keuze gemaakt hebben? Zou je überhaupt de ultieme situatie herkend hebben?

Die fascinatie hoor ik ook doorklinken in de reacties op de gewelddadige dood van de sympathieke Pater Frans van der Lugt. Zo meent dominee Henk Leegte dat van der Lugt  terecht op een voetstuk wordt geplaatst. Vooral zijn bereidheid om tot de uiterste consequentie van de dood trouw te blijven aan zijn overtuigingen dwingt respect af. Het doet denken, aldus Leegte, aan eerdere martelaren die met hun eigen dood “aanwezig hebben willen zijn bij Jezus’ dood”.

En ik zie die fascinatie terug bij Willem Jan Otten in zijn bespreking naar aanleiding van de film 12 Years a Slave. Hij meent dat de film een kerngedachte met het Christelijke Paasverhaal gemeen heeft. Namelijk dat ‘overleven’ minderwaardig is ten opzichte van ‘leven’, en altijd schuld en schaamte impliceert, en dat om die reden ‘je leven geven’ te prefereren kan zijn. “Er wordt iets op een verschrikkelijke manier op zijn kop gezet, en toch staat het nu precies goed”, zo citeert hij vervolgens wat G.K. Chesterton als essentie van het  Paasverhaal benoemde. Waarbij het ‘verschrikkelijke’ opnieuw verwijst naar de ultieme situatie, met – kennelijk – een speciale zeggingskracht.

Het is waar, het Christendom zoekt niet de dood zoals een Japanse kamikazepiloot of een Islamitische zelfmoordterrorist. En de bloedlustige Filipijnse en Spaanse passierituelen kunnen beschouwd worden als een aberratie, en niet als representatief voor het Christendom.

Maar die bloedprocessies komen ook niet helemaal uit de lucht vallen, de fascinatie voor de ultieme situatie heeft er veel mee te maken. Dat blijkt ook uit de pedagogische vragen die er, volgens het schema van de imitatio Christi, in de commentaren over Van der Lugt direct aan gekoppeld worden. “Is zijn voorbeeld toepasbaar in Nederland?” vraagt Leegte, “Hij heeft een voorbeeld ter navolging gegeven”, zegt Peter Nissen.

Maar juist pedagogisch vind ik de fascinatie voor de ultieme situatie geen geslaagd idee. Allereerst omdat die gerichtheid mensen ontmoedigt. Peter Nissen stelt terecht dat de grootsheid van verhalen van opoffering en heiligheid de luisteraar kan blokkeren. “Dan krijg je helemaal het gevoel dat je er niet aan hoeft te beginnen”. En hoe stimulerend is Leegtes uitspraak dat de ultieme martelaarsdaad ons weer bewust maakt van “onze eigen tekortkomingen, onze lafheid”? Dit lijkt me eerder dé manier om je erbuiten te plaatsen. Ik zie mezelf in ieder geval al in lafheid ineenzijgen.

Maar in de tweede plaats - en vooral - omdat die fascinatie het zicht beneemt op gewone, dagelijkse situaties van omkering en bescheidenheid. Terecht zegt Nissen in zijn commentaar: “Waar het om gaat is dat er zaken zijn die zwaarder kunnen wegen dan het eigenbelang” en die zaken hoeven niet per se ultieme consequenties te hebben. Als Nissen daaraan toevoegt: “…zelfs als ze zwaarder wegen dan het eigen leven”, dan snap ik ook wat hij bedoelt. Maar ik wil benadrukken dat als je de beschreven omkeringen daadwerkelijk wilt kunnen beleven en ermee wilt oefenen, dat je dan beter het accent kunt leggen op de dagelijkse situaties, in plaats van op – wat collectief gebeurt – ultieme situaties.

Om terug te komen op Chesterton: “Er wordt iets op een verschrikkelijke manier op zijn kop gezet, en toch staat het nu precies goed”, dat kan ook zonder het woordje ‘verschrikkelijk’.

Dat is namelijk wat Levinas aanwijst in volstrekt dagelijkse situaties als momenten van omkering waarin plotseling andere zaken zwaarder kunnen wegen dan het eigenbelang. Want dat is wat er gebeurt als ik mij, midden in een gloedvol zelfingenomen betoog, laat gezeggen door de blik van een ander die zich door mijn zelfvoldaanheid overlopen voelt. Die gezegging voelt als ongerijmd, en als een volstrekte omkering van waarden. Er wordt iets op een indringende manier op zijn kop gezet, en toch staat het precies goed. Maar nu zonder het woordje ‘verschrikkelijk’ erbij.

Op die, niet-ultieme, manier wordt de omkering van waarden wellicht wat werkelijker en behapbaarder.

Zie ook Pater Frans, Bonhoeffer en de anderen, 4 mei 2012 en Badiou, Levinas en verschillen

2 opmerkingen:

  1. "Een minder moeilijke manier om de verblindende werking van het denken en zijn dogmatiek te betrappen bij jezelf, is: geraakt te worden door een ander mens op het moment dat je met jouw goedbedoelende denken over die ander heen loopt. Dan heb je het dus over het microniveau, waarop zich de interactie afspeelt tussen individuele mensen: het goedbedoelende denken wordt op zijn ideologiserende en totaliserende werking betrapt waar je bij staat, namelijk doordat de ander op een of andere manier laat blijken dat je hem kwetst. "

    BeantwoordenVerwijderen
  2. De sterkste kracht in het leven is niet een rationele. Leven wil bovenal overleven. In geval je voor een ultieme situatie wordt gesteld, valt derhalve moeilijk te voorspellen welke kracht zal winnen. Met de kanttekening dat het begrip ultiem geen universele betekenis heeft en dus door individuen (en groepen) verschillend wordt geïnterpreteerd.
    Mij lijkt het onmogelijk te beoordelen of hoeveel waardering moet hebben voor de keuze van pater van der Lugt. Het lijkt neer te komen op een moordaanslag zoals djihadisten uitvoeren, alleen dan naar binnen gericht.
    Op een Amsterdams gebouw staat de tekst dat het beter is, niet tegen de wind in te pissen. Klinkt weinig heldhaftig, maar is misschien eerlijker naar de drang van het leven.
    De beoordelende dominee heeft zijn naam trouwens niet echt mee: Leegte. Aan zo'n naam kan ik onmogelijk inspiratie ontlenen.
    Samenvattend: als er ultieme daden verricht moeten worden, bel mij dan niet. En staat er ineens een opgejaagde voor mijn deur, wie weet laat ik deze mens dan weldegelijk binnen. Liefst zonder orkestmuziek erbij.

    Monk, 6 mei 2014

    BeantwoordenVerwijderen