vrijdag 12 april 2019

Is Hannah Arendt een Joodse filosoof?


De boeken van Hannah Arendt kunnen zich sinds de verkiezing van Trump tot president verheugen in sterk toenemende belangstelling. Dat heeft alles te maken met de groeiende zorg in het Westen over het behoud van de rechtsstaat en de waakzaamheid tegenover totalitaire tendenzen, waar Trumps optreden aanleiding toe geeft. Arendt heeft – naast heel veel andere dingen – veel over totalitarisme geschreven, en het zijn dan ook met name haar boek The Origins of Totalitarianism en andere politiek-historische geschriften die goed verkopen.

Arendts belangstelling voor totalitaire regimes is op zijn beurt niet los te zien van haar persoonlijke geschiedenis als Duitse Jodin. Zij ontvluchtte Hitler-Duitsland, ontsnapte uit een gevangenenkamp voor statenlozen in Frankrijk, en vestigde zich uiteindelijk in de VS. Ze is in haar keuze voor het onderwerp van de totalitaire regimes ongetwijfeld geïnspireerd geweest door haar Joodse identiteit en het lot wat daar aan vast zat.

Maar daar houdt haar Joodse inspiratie op, lijkt het. Het is namelijk opmerkelijk hoezeer Arendt zich in haar zoektocht naar een fatsoenlijk politiek model laat inspireren door de klassieke oudheid. Met name het democratische Athene, waarin een elite van vrije burgers door middel van beraadslagingen en stemmingen de polis bestuurde, kan haar bijzonder bekoren. Daar is het menselijk samenleven wat Arendt betreft op zijn mooist, omdat individuen er de kans krijgen om zich uit te spreken en te handelen in het publieke domein. Euforisch stelt ze dat zulk spreken en handelen, “om in zijn volheid aan de wereld te verschijnen, de stralende belichting nodig heeft van wat wij eens het aureool van de roem noemden, die slechts mogelijk is op het publieke domein”.

Een soortgelijke inspiratie ontleent Arendt beslist niet aan de Joodse geschiedenis. Er zijn wel geschriften van haar waarin ze spreekt over wonderlijke verdiensten van de Joodse geschiedenis, met name via de kabbalistische mystiek. Zo stelt ze bijvoorbeeld dat Joodse mystici, anders dan hun Christelijke tegenhangers, “hun mystieke praktijken inzetten als instrumenten voor actieve deelname in de lotsbestemming van de mensheid”. Maar dit klinkt nogal vaag en gezocht, en gezien Arendts volledig seculiere inslag ook nogal ongeloofwaardig.

Beslist Joods is haar argwaan tegenover theoretische universele rechten, bijvoorbeeld zoals verwoord in diverse verklaringen van de Rechten van de Mens. Ze had als statenloze aan den lijve ondervonden dat je daar niets aan hebt als het erop aankomt. Die zijn pas wat waard als er een concreet land is dat zo’n ‘universeel’ recht omzet in een door die specifieke staat gegarandeerd verblijf of staatsburgerrecht, zoals zij in 1951 mocht ontvangen van de VS. Op dit moment wordt die rechteloosheid  geïllustreerd door vluchtelingen die op de Middellandse Zee blijven dolen tot er een specifiek land bereid gevonden is hen op te nemen.

Maar om het voor Joden ook zo te regelen – dat wil zeggen: een natiestaat in te stellen, exclusief voor, of op zijn minst primair voor Joden – dat ging Arendt uiteindelijk te ver. Een standpunt dat haar vervreemdde van haar zionistische mede-Joden.

Al met al maken de eigenzinnige positiekeuzes van Arendt haar in Joodse kring tot een omstreden denker. En inhoudelijk is ze beslist niet zomaar in het vakje ‘Joodse filosofie’ te plaatsen.

Zie ook Levinas en Arendt en Werk en Reflectie over Hannah Arendt

1 opmerking:

  1. Maken eigenzinnige positiekeuzes je niet tot een origineel denker, die naam waardig ?
    Dan ben je in eigen kring omstreden, ja en niet in een hokje te stoppen -
    maar dat op zich lijkt me al verdienstelijk en een meerwaarde voor het doordenken over bijvoorbeeld de rechtsstaat en
    het functioneren van de democratie.

    BeantwoordenVerwijderen