donderdag 17 januari 2008

Goede bedoelingen en illusies


De listigheid van de rede is groot. Dat blijkt iedere keer weer uit pogingen van filosofen of anderen om te ontsnappen aan de opdringerige rede. In die pogingen wordt de kwelling van overmatige en inperkende rationaliteit geassocieerd met opsluiting van het ik in zichzelf en zijn eigen redeneringen, ook wel het ik-perspectief genoemd. Het breken van de macht van de rede vereist zo bezien het doorbreken van het ik-perspectief. Opmerkelijk is nu dat vele pogingen om die opsluiting te doorbreken vaak uitmonden in betogen waarin sluipenderwijs het ik-perspectief opnieuw bevestigd wordt.

Zo vergaat het naar mijn idee Marc van den Bossche in zijn lovende bespreking van het boek “Eindelijk buiten” van Ann Meskens (Trouw, 14 januari). Hij benadrukt daarin de noodzaak voor ons mensen om te treden uit het op zichzelf gerichte ik-perspectief. Dat zou bijvoorbeeld de communicatie weer op gang kunnen helpen tussen de Vlaamse en Waalse politici die momenteel in hun eigen rationele tunnelvisies vastlopen.

Zij belichamen voor van den Bossche de voor het Westen karakteristieke rationaliteit. Die neemt als enig vertrekpunt de eigen, ontwijfelbare subjectiviteit. Daar tegenover stelt hij voor dat we proberen de achtergrond van andere standpunten beter te begrijpen en zo meer ruimte laten voor twijfel, zoals Gadamer deed. Voorts bepleit hij een ‘esthetisch kijken’. Esthetisch kijken heeft te maken met verbeelding. Het is veel meer dan alleen maar zien, het is: het standpunt van de ander kunnen mee-denken.

Ik betwijfel of hier de breuk met de rede gemaakt wordt die hij beoogt. Want de breedte opzoeken en het plaatsen van verschijnselen in hun geschiedenis hoeft geen breuk te zijn. Dat kan wel degelijk een manifestatie zijn van toeëigening van de wereld aan zichzelf. Zoals Levinas het verwoordt: het ultieme doel van Odysseus’ zwerftochten was niet anders dan om verrijkt weer bij zichzelf thuis te komen. Je kunt vanuit die invalshoek serieus de vraag stellen of de indrukwekkende inlevende methode van Gadamer wel zo revolutionair is en niet alleen een meer bedachtzame (en wellicht sympathiekere) vorm van toeëigening inhoudt.

En de verbeelding laten werken, zoals van den Bossche bepleit, is dat dan geen breuk met de rede? Ik ben bang dat de verbeelding meer in het verlengde ligt van het redenerende bewustzijn dan veel romanlezers willen weten. Wellicht kenmerkt de verbeelding zich inderdaad niet door dor, op efficiëncy gericht denken. Maar naar mijn idee stellig wel door het bij elkaar denken van een eigen wereld in je eigen hoofd. Het is niet voor niets dat romanschrijvers ook wel worden aangeduid als tirannen binnen hun eigen universum. De zo geprezen breuk met de rede is een schijnbreuk, een list van de rede. De verbeelding is net zo autistisch als de rede en misschien wel erger vanwege de pretentie het niet te zijn.

De suggestie dat ik, via serieuze inspanning, zou kunnen waarnemen of me verbeelden wat de ander wil hanteert een vertrekpunt dat slechts gradueel verschilt van het ik-standpunt van de karikaturale lineaire rationaliteit. Het ultieme uitgangspunt is voor beide gelijk: je vertrekt vanuit jezelf. En de illusies die goedbedoelende ruimdenkendheid kan creëren doen uiteindelijk niet onder voor de illusies van de lineaire rationaliteit. Goede bedoelingen zijn vaak genoeg geëindigd als nachtmerries. In laatste instantie is het alleen de ander zelf die kan zeggen: dit wil ik wel of niet. Dat kan ik niet voor een ander bedenken.

Maar – die vraag dringt zich op – kan ik dan zelf niets doen aan betere communicatie en het serieus nemen van anderen? Want dat willen we zo graag, en niet alleen in België.
Naar mijn idee is het antwoord: gegeven de listigheid van de op zichzelf gerichte rede moeten onze pretenties bescheiden blijven. Hooguit kun je je voorbereiden door rekening te houden met al dan niet aangename verrassingen op de momenten dat de ander Nee of Ja roept. Maar dat betekent ook dat ik me iets minder druk hoef te maken over mijn goede bedoelingen. De ander fluit me toch wel terug. Als ik het maar hoor op dat moment.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten