donderdag 22 april 2010

Enthousiasme


De socioloog Abram de Swaan heeft ooit de term ‘anti-Israëlisch enthousiasme’ gemunt. Die term geeft treffend het verschijnsel weer dat activisme voor de Palestijnse zaak in een aantal gevallen gepaard gaat met uithalen naar Israël op een nauwelijks verhulde wellustige wijze.

Dat verschijnsel deed zich de afgelopen tijd opnieuw voor in een aantal nieuwsberichten. Zo berichtte Trouw deze week over het Kairos document, een noodkreet van Palestijnse kerkelijke leiders. Dat oorspronkelijk in het Arabisch gestelde document is onlangs in het Nederlands vertaald en een van de vertalers heeft daarbij de tekst scherper gemaakt dan het origineel was, met name waar het ging over het straffen van Israël. In zijn reflectie daarop zegt hij met zoveel woorden dat hij misschien wel te enthousiast was, te betrokken.

Mient Jan Faber kan, in gezelschap van Harry van Bommel, in Trouw (10 april) onweersproken zijn volle instemming betuigen met de vrijheidsbeleving van een zelfmoordterrorist op het moment dat die behalve zichzelf een aantal Joden opblaast. Omdat “bij de totale afwezigheid van vrijheid zelfmoordaanslagen een uiting kunnen zijn van vrijheid”. Overigens werd niet helemaal duidelijk of deze vrijheidsbeleving specifiek met het opblazen van Joden te maken had of dat een Irakees in Bagdad die tien landgenoten meeneemt in de dood hetzelfde niveau van zelfverwezenlijking bereikt.

Verder gaf Gretta Duisenberg in een recent interview te kennen dat ze ‘antisemiet’ bijna een eretitel vindt worden. In datzelfde interview vertelt ze ook wanneer ze zich op Israël is gaan richten. "Ik hield me bezig met allerlei conflicten: Bangladesh, Nicaragua, Zuid-Afrika, Argentinië. Maar toen de tweede intifada (opstand) tegen Israël van de Palestijnen begon in 2000, zei ik tegen mijn man Wim Duisenberg: Nu is het afgelopen, nu ga ik me inzetten voor de Palestijnen”.

Zo’n zinnetje is interessant. Want hoe komt zo’n keuze tot stand? Iemand mag van mij Israël een boevenstaat noemen, maar dan wel met de aantekening erbij dat er op de wereld nog vijftig of honderd van zulke staten zijn. Met aantallen slachtoffers, zowel intern als extern, die een factor tien of meer hoger zijn. Wat maakt dan dat iemand zich geheel, en met een zeker zichtbaar genoegen, vastbijt in precies het Palestijns-Israëlische conflict?

Natuurlijk, ik begrijp best dat je, als je begaan bent met het lot van mensen die het minder getroffen hebben, je niet met alles bezig kunt houden. Je wilt focussen, dus naast mensen die zich gaan concentreren op Soedan of Nicaragua of de Westelijke Sahara zullen er mensen zijn die zich richten op Israël. Maar dat maakt de vraag niet minder interessant hoe zo’n keuze tot stand komt. En vooral waarom die vaak gepaard gaat met een besmuikt soort van genoegen. Waar komt die speciale hartstocht vandaan?

Misschien heeft het wel te maken met het gevoel een taboe te doorbreken.

Zie ook Irritant

Geen opmerkingen:

Een reactie posten