donderdag 21 april 2011

Aaibaar leed


Het is passietijd, en om ons heen zien en horen we de vele verhalen over het lijden van Jezus. Ik vraag me dan regelmatig af waar het in al die schoonheid om gaat.

Het kan niet gaan om de hoeveelheid leed die aan de orde is. Want als er inderdaad sprake was van de Olympische Spelen van het maximale leed, dan zou Jezus niet als eerste uit de bus komen.

Ik moet er niet aan denken om doornen takken op mijn hoofd gedrukt te krijgen, om uren met een kruis te slepen en er vervolgens aan te worden vastgenageld. Maar ik meen het als ik zeg dat er op deze aarde nog veel gruwelijkere dingen gebeurd zijn en dagelijks gebeuren. Dus de passies gaan niet over maximaal leed.

Als het dan niet de hoeveelheid ellende is die Jezus’ passie mythische proporties geeft, waar komt dan dat ikoon-karakter vandaan? En is die sacralisering niet al gauw enigszins ongepast, gegeven het feit dat ander leed misschien veel groter is? Geven uitdrukkingen als ‘De Man van Smarten’ en ‘Hoofd vol bloed en wonden’ Jezus' lijden niet een exclusief en archetypisch karakter, ten koste van ander leed? Zetten de lijdensverhalen misschien aan tot het koesteren van dat archetypische leed, zodanig dat het aaibaar wordt?

Ontroeren doet het zeker, althans mij wel. Zo’n schilderij van Memling of een passie van Bach gaat diep en raakt aan prachtige sentimenten – het woord sentimenteel wil ik niet gebruiken want daarvoor is het allemaal veel te mooi, ook al zit er een zekere zwelging aan vast. Ger Groot - zelf ongelovig - beleeft dat ook zo, als hij spreekt over het Stabat Mater dat ons kan raken in een toontaal die ver terug ligt in het verleden, maar die langs die omweg ons niettemin raakt in het hart.

Maar toch doel ik met ‘ongepaste sacralisering’ wel precies op die ontroering en dat drama die in de passies gecreëerd worden. Het leed wordt daarin wel erg geësthetiseerd, op een manier waarop leed zich naar mijn idee eigenlijk niet laat esthetiseren.

Als deze esthetisering van het leed voor andere mensen niet - zoals voor mij - voelt als ongepast of inadekwaat, dan kan dat alleen maar zijn omdat er voor hen nog iets bij komt. Die lijdende figuur is, voor hen, God zelf. Daarom koesteren zij het leed en wordt het aaibaar. Of, in de woorden die ik vanmorgen in de krant las uit de mond van een passiedeelnemer in Gouda: “Bij het dragen van het kruis sta ik stil bij het lijden. Jezus heeft dit voor ons gedaan, nu kan ik iets kleins terugdoen”. Voor mij blijft het iets raars.

Zie ook Edelkitsch en Stereotypen

Geen opmerkingen:

Een reactie posten