vrijdag 15 januari 2010

Vooruit, vooruit


Balkenende is geen echte leider, meent Hans Goslinga gisteren in Trouw. Want, zegt hij, een echte leider schept ruimte voor tegenspraak, is bereid zijn eigen opstelling van een afstand te bekijken en gebruikt in het openbaar bij voorkeur enigszins relativerende taal.

Maar ik weet niet of dat waar is. Balkenende voldoet namelijk precies aan het leidersprofiel dat in mijn jeugd – en waarschijnlijk ook in de zijne – als ideaal werd gepresenteerd. Dat kwam zo uit boeken als De Scheepsjongens van Bontekoe, vermengd met uit de levensbeschouwing afkomstige deugden. Trefwoorden in dat profiel waren vastberadenheid, onverstoorbaarheid, frontaal in de aanval, niet terugkijken maar doorgaan.

Balkenende heeft zich dat profiel met overtuiging eigen gemaakt. Ferm zal hij zijn, en monter in zijn strijdlust. Hij laat zich niet afleiden van de gigantische opdrachten die voor hem liggen. Vooruit, vooruit met de blik op de steven gericht, zoals voorheen de pioniers van de VOC dat deden. Daarmee voldoet hij bijna voorbeeldig aan het leiderschapsideaal van vijftig jaar geleden.

Voor de beoordeling van Balkenende als leider hangt dus veel af van het leiderschapsmodel dat je hanteert. Want dat er sinds de jaren vijftig en zestig ook andere opvattingen over leiderschap zijn bijgekomen is wel duidelijk voor iedereen die daar ooit een boekje over gelezen heeft. In de meeste huidige managementboeken over dat onderwerp wordt veel aandacht besteed aan het vermogen tot empathie, zelfrelativering, fouten durven toegeven en echte communicatie. Meer dus van de kenmerken die Goslinga noemt. En het is waar dat Balkenende daar niet goed op scoort. De nieuwe leiderschapopvattingen lijken voor een groot deel aan hem voorbij te zijn gegaan.

Waarschijnlijk zit zijn met de paplepel meegekregen leiderschapsmodel hem daarbij in de weg. Er zijn een zekere reflexiviteit en rust voor nodig om je de nieuwe opvattingen eigen te maken. En als het een deugd is om juist niet om te kijken, wordt dat moeilijk. Reflectie houdt je dan alleen maar af van belangrijkere zaken.

Wat hem ook in de weg kan zitten, is een in Nederland bijna zeldzaam geworden overtuiging van levensbeschouwelijke oorsprong. Het geloof namelijk in een dieperliggende, sluitende en rechtvaardige goddelijke ordening van deze wereld. Dat hij daarin gelooft straalt hij uit. Hij is zich van geen kwaad of existentiële onrust bewust. Hij is er oprecht van overtuigd dat als je maar van goede wil bent, uiteindelijk alles goed zit. En hij is van goede wil, dus dan niet meer moeilijk doen over de 4993 Irakese doden van 2009.

Waarschijnlijk geeft dat hem de kracht om maar door te buffelen waar anderen allang afgehaakt zouden hebben. Maar het maakt ook dat hij zo weinig reflexief is dat anderen dat niet meer kunnen pruimen. Zijn kracht is zijn zwakte.

Intrigerend is, dat dat gebrek aan reflexiviteit al eerder aan de dag is getreden. Bijvoorbeeld in de manier waarop hij kritische journalisten afhoudt, of de instelling van een Irak-onderzoekscommissie traineerde. Maar dat heeft Nederland niet belet om Balkenende al acht jaar aan het roer te laten van de Nederlandse samenleving. Wat zegt dat over dit land met al zijn vrijgevochten individuen, die intuïtief een behoorlijke afstand voelen tot Balkenende’s stijl en wereldbeeld? Zijn we, met onze weerzin daartegen, ondertussen wel zo pragmatisch dat we deze niet kapot te krijgen jongen van Jan de With graag het werk laten doen?

Of hebben we deep down allemaal nog een soort heimelijke verwantschap met, of verlangen naar de diepere wereldorde die Balkenende zo onwankelbaar maakt? Hoe dan ook, hij belichaamt waarden uit een vervlogen tijdperk en we maken er met zijn allen dankbaar gebruik van. Want wie wil er nu Balkenende zijn en doen wat hij doet?

Zie ook Individualisering en Bos, Balkenende en Calvijn


Geen opmerkingen:

Een reactie posten