Maar de slogan is nu een beetje bijgesteld: vertrouw iedereen, behalve medewerkers van ING en Rabobank want die probeerden eind 2020 voor enkele tientallen miljoenen euros’s extra hypotheekrenteaftrek aan te vragen, zonder dat zij daar recht op hadden. En Sywert van Lienden, die natuurlijk ook niet. Ongetwijfeld allemaal van het type hardwerkende Nederlander, maar ze flikken het toch maar.
De pendule van vertrouwen/wantrouwen is alweer op weg naar de andere kant, en dat is logisch want blind uitgaan van vertrouwen in de medemens is best extreem. In ons dagelijks leven doen we dat toch ook niet? Bijna als vanzelf peilen we bij een wat meer gewichtige transactie wat voor vlees we in de kuip hebben. Welke indruk maakt die mobiele telefoonverkoper op me, hoe klinkt die vrouw als ze haar financiële product aanprijst? Heeft dit huis geen verborgen gebreken?
Wat me verbaast is dat we in ons persoonlijk leven grosso modo een aardige balans weten te vinden tussen vertrouwen en gezond wantrouwen, maar dat dat in de politiek gepaard gaat met heftige schommelingen. De hype gaat nu eens naar ultiem wantrouwen (Bulgarenfraude, frauderende gastouders) en dan weer naar onverantwoord blanco vertrouwen (de huidige stemming). Althans voor wat de volksvertegenwoordiging en spraakmakende politici, inclusief premier Rutte, betreft. Het zal wel te maken hebben met de uitvergrotende werking van de media die er bovenop zitten in combinatie met de profileringsdrang van politici. Gemakzuchtig onnadenkend, zou Hannah Arendt zeggen.
Des te knapper dat sommige politici zich niet van de wijs laten brengen en een aardig midden weten te houden. Zoals bijvoorbeeld minister Koolmees, die in het NRC interview van afgelopen weekend benadrukte dat zowel onbestrafte fraude als onzinnige fraudejacht de democratie ondermijnen.
De meeste mensen deugen, maar wat heb je aan die wijsheid als je aan de buitenkant niet kunt zien wie wel en wie niet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten