Een mens kan leren, maar kan een mens ook ontleren? Ik bedoel niet verleren, bijvoorbeeld in de betekenis van een vaardigheid die je verleert en dan kwijt bent. Nee, ik bedoel dat je inzichten hebt opgedaan en die vervolgens weer inlevert. En dan niet door voortschrijdende verheldering, maar omdat jouw inzichten sociaal minder gewenst zijn geworden. De vraag is: ben je ze dan ook echt kwijt? Is de situatie dan zoals die was voordat je de inzichten verwierf?
In dat geval zou ontleren inderdaad bestaan. Maar als je het geleerde nog steeds met je meedraagt en er simpelweg niet over praat dan is er geen sprake van ontleren. Dan is de situatie hoe dan ook toch heel verschillend van zoals die was voordat je ging leren.
Deze gedachten komen in me op doordat de afgelopen twee jaar op mijn werk in het teken hebben gestaan van collectief leren. Door de focus, met hulp van externen, te richten op de klant (de burger) en onze primaire medewerkers was de voortdurende vraag: waar zitten onze sturingsopvattingen en beheersdwang ons meer in de weg dan dat ze ons helpen. Wanneer wordt de managementfabriek disfunctioneel?
Al doende leerden we dat de werkelijkheid van de klant en de werkvloer soms heel verschillend is van de werkelijkheid van het management. En dat er voor het overbruggen van die kloof en vooral om “ergens op te kunnen sturen” vaak te snel gegrepen wordt naar automatisering waarbij men vergeet dat een subtiel netwerk van verbindingen tussen mensen onderling en tussen mensen en machines de kwaliteit van de informatie bepaalt. We leerden dat er geen snelle route is, en dat alleen permanente aandacht voor die verbindingen op den duur de kwaliteit garandeert.
Dat zijn nogal inzichten. Kun je die nu ook zo maar weer van je afschudden? Het lijkt van wel. Ik hoorde laatst – zo geïsoleerd ben ik kennelijk nog niet – de simplismen al weer langskomen: even flink wat doelen stellen en implementeren, en dan rolt daarna de gewenste informatie met een druk op de knop uit de machine. Alsof informatievoorziening niet het resultaat is van een veelheid van afhankelijkheden en precaire interacties. Maar misschien komen dat soort uitspraken van mensen aan wie de inzichten van de afgelopen twee jaar zijn voorbijgegaan, die hadden toch al niets geleerd. Ja, dan kun je ook niets ontleren.
Bij mensen die wel iets hebben opgestoken van de afgelopen jaren vermoed ik dat het anders ligt. Daar zijn, denk ik, dingen definitief veranderd op een manier die zich niet zomaar laat terugdraaien. Als je eenmaal een keer goed gezien hebt hoe disfunctioneel een organisatie kan opereren, dan is je alertheid op schijnmanagement voor altijd gewekt. Ontlering en terugkeer naar een naïeve omarming van command-and-control-management zijn dan onmogelijk geworden. Een gebroken ei maak je niet meer heel.
Natuurlijk, door een straffer regime en door knellende economische omstandigheden kan de ruimte om lucht te geven aan deze inzichten danig ingeperkt zijn. Maar mensen zijn hun inzichten niet zomaar kwijt, dus is er iets onder de oppervlakte anders dan het geval was voordat de inzichten kwamen. Volledig terug naar vroeger zal daardoor niet echt meer een optie zijn.
Voor dit soort leren, en de emancipatie en de efficiencyverbetering die daarbij horen, bestaat trouwens een woord, zo heb ik onlangs geleerd. Dat heet sociale innovatie, omschreven als vernieuwing die vertrekt vanuit de manier waarop mensen feitelijk samenwerken (of juist niet samenwerken). Daarvoor bestaat ook een site met artikelen als Is sociale innovatie door leiderschap te sturen en Hiërarchische organisatiestructuur leidt tot stress bij medewerkers.
Dag Naud,
BeantwoordenVerwijderenIn de voormalige DDR hanteerden de machthebbers een ventiel om de druk voor burgers en dwarsdenkers te verlichten. Ze zeiden: Die Gedanken sind frei.
Flauwekul natuurlijk, maar het klinkt goed. De mens is hoe dan ook een sociaal wezen en minder onafhankelijk dan hij denkt. Veel van ons denken staat in dienst van de wens te worden aanvaard en gewaardeerd. Dus wordt er ook veel ontleerd: afstand gedaan en verdrongen.
Als dat wat resteert in onze hersenpan wordt ontkend en/of tegengewerkt, resteren het verzet en de apathie.
Over management: het is een cultuur die haar bestaansrecht ontleent aan tastbaarheid (meten = weten) en aan een goede PR (zoals vergaderen met iedereen). Het belang van management brengt mee, dat er steeds iets nieuws moet komen. Conserveren hoort daar nauwelijks bij. Zelfs of vooral in de taal stuurt management op het denken, dus op het leren en ontleren. Daarom heeft het woord conservatief, dat neutraal gezien betekent dat je wilt behouden wat haar waarde heeft bewezen) ook zo'n negatieve bijklank gekregen.
Let wel: het is niet allemaal of steeds kwade wil van onze managers. Het is (onderhand) mainstream denken geworden, wat je terugvindt in de onrust die onze samenleving kenmerkt.
groet en blijf vooral schrijven!
Monk
Hallo Monk,
VerwijderenDank voor je bemoedigende woorden.
Ondanks de sociale wenselijkheid van me te conformeren aan de toevallig heersende denkmodes merk ik dat ik overtuigende inzichten niet zomaar kan opgeven. Dus dat kan nog wat worden in mijn huidige bungelende positie.
Groet, Naud