vrijdag 3 maart 2023

Troost

Het boek Vertroostingen. Gewone woorden van Dirk de Wachter levert wat het belooft. Doordat de psychiater De Wachter herkenbaar spreekt over de diepe menselijke behoefte aan troost en die behoefte illustreert aan de hand van zijn eigen recente confrontatie met een levensbedreigende ziekte. Op aanstekelijke manier vertelt hij hoe hij troost put uit Bach en Leonard Cohen, uit godsdienstige rituelen, ook al gelooft De Wachter niet meer, en uit zijn liefde voor de stad Parijs. Wat steeds terugkeert als bron van troost is wat hij noemt “het kleine goede”, dat hij met name heeft beleefd tijdens zijn verblijf in het ziekenhuis. Daar was een schoonmaakster die hem na een slapeloze nacht even aandacht schonk, en daar waren verpleegkundigen en artsen die hem in zijn verdriet serieus namen ook al konden ze de dreiging niet definitief wegnemen. 

Herhaaldelijk verwijst hij, bij die aandacht voor het kleine goede, naar de filosoof Levinas. Want de aandacht die hij kreeg als patiënt, net als trouwens de aandacht die hij zelf als psychiater geeft aan zijn cliënten, heeft niks te maken met het weten van een oplossing of het volledig kennen van elkaar. De troost die daar gewekt wordt komt juist voort uit een niet-weten, uit de erkenning van een andersheid die wel tegelijkertijd de erkenning is van de ernst van het verdriet van de ander. “Waardoor we opnieuw bij Levinas zijn. Hij zegt: ‘De ander is een radicaal andere die ik nooit helemaal kan kennen.’”

Maar heel goed komt Levinas niet uit de verf in zijn verhaal. Dat komt waarschijnlijk omdat De Wachter denkt dat “u, als lezer, geen boodschap hebt aan moeilijke filosofen of abstracte theorieën”. Ook al denkt hij zelf dat filosofie wezenlijk is voor de maatschappij omdat mensen moeten leren nadenken en vragen durven stellen die niet altijd te beantwoorden zijn, hij blijft heel voorzichtig in zijn presentatie van Levinas. Door het over niet meer te hebben dan de waardering voor het kleine goede doet hij de filosoof eigenlijk tekort.

Dat is echt jammer, want in zijn verlangen om het simpel te houden overschrijdt hij een grens, niet in zijn boek maar in een interview in NRC naar aanleiding van zijn boek. Hij gaat daarin zover dat hij Levinas en Heidegger in één zin samenbrengt als filosofen van de ontmoeting die verloopt via het face-to-face: “Voor Heidegger en Levinas is de face à face, het elkaar in de ogen kijken, de essentie van het bestaan.” Dat klopt niet, want één van de dingen die Levinas zijn leven lang hebben beziggehouden is nu juist het onderscheid tussen wat hij noemt het “face-à-face” in het Gelaat van de ander, en het Mitsein van Heidegger. Dat laatste (in het Nederlands: ‘mede-zijn’) ligt volgens Levinas aan de basis van totaliserende tendensen. Hij maakt veel werk van de bestrijding ervan.

Zie ook Sterpsychiaters in de Stopera.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Troost en scrol naar beneden door.

4 opmerkingen:

  1. Tja, jij kent Levinas door en door (en wellicht Heidegger ook?). Dat kun je van De Wachter niet verlangen, denk ik?
    Ik heb 'Troost' aangeschaft en ligt op mijn stapel nog ongelezen boeken. Ben benieuwd.
    Nb. Ik had een pil van/door Levinas ook ooit aangeschaft, maar kwam er niet doorheen! Groet, Mechtild

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ja, dat is een probleem bij Levinas. Via ‘denkschaamte’ probeer ik het een beetje behapbaar te maken.

      Verwijderen
  2. Ik ben het met je eens wat betreft de versimpeling -- helaas blijkt dat in interviews bijna onvermijdelijk te zijn. De Wachters visie op de relatie tussen Heidegger en Levinas kwam in een recent interview in Filosofie Magazine iets beter uit de verf, doordat hem daar iets meer ruimte werd gegund. Helaas is die ruimte er doorgaans niet. Waarom is het van belang om te weten dat Levinas vooral kritisch voortbouwde op Heidegger, ook als het gaat om de interpretatie van menselijke relaties? Omdat schijnbare overeenkomsten (in de trant van 'bestaan is met elkaar bestaan' of 'de essentie van het bestaan is dat we elkaar in de ogen kijken' soms heel diepgaande verschillen verbergen. Uiteindelijk gaat het om die diepe verschillen en niet om datgene waar iedereen het op het eerste gezicht wel mee eens is. De Wachter draagt bij aan de bekendheid van Levinas, maar hij verbergt het aanstootgevende van diens filosofie. Groet, Renée

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hi Naud, het boekje van De Wachter wil in gewone woorden belichten waar uit hij troost put. Dat hij Levinas een aantal keren aanhaalt vind ik al winst. Hij verwijst ook naar exegeten van L, zoals Roger Burggraeve. De Wachter biedt met andere woorden ook verwijzing naar erkende gidsen die Levinas duiden. dat lijkt me voor dit boekje met het doel dat De W. ermee voor ogen heeft voldoende. Je merkt immers zelf ook aanvullend op dat De W een grens overschrijdt, niet in dit boek, maar in een NRC-interview. Dus in het boekje is er geen sprake van een tekort.:-)?
    Ik ben ingenomen met elke sympathieke verwijzing naar het denken van Levinas. De W. doet dat al geruime tijd en ik mag hopen dat dit boekje niet zijn zwanenzang is en hij nog lang door gaat met het beklemtonen van het belang van het denken van Levinas.

    BeantwoordenVerwijderen