zondag 6 oktober 2024

Toeëigening


Mijn eerste neiging bij beschuldigingen van ‘culturele toeëigening’ is om er een beetje om te lachen. Bijvoorbeeld als een woke activist me oproept om geen Mexicaanse bonensoep meer te maken omdat het recept is gejat van een etnische of culturele groep waar ik niet toe behoor. Ik geloof namelijk niet dat die al dan niet native Mexicanen ermee zitten als ik dat recept gebruik omdat ik hen niet zou begrijpen. Maar misschien heb ik dat mis, en wimpel ik zomaar op de van witte kolonisatoren bekende hautaine manier een vernederende ervaring weg. Dat weet ik alleen maar zeker door ernaar te vragen.

Voor andere gevallen van confrontatie tussen een politiek-economisch machtige partij en een zwakkere onderliggende groep staat het voor mij wel buiten kijf dat kwetsuur en vernedering kunnen optreden. Die vind ik bijvoorbeeld geloofwaardig in het geval van de westerse commerciële exploitatie van de Javaanse batiktechniek. Zowel de techniek als de concepten van de originele handbedrukte batik werden in de 19e eeuw toegeëigend door een Nederlandse koopman. Hij zette een succesvolle handel in imitatie-batik op en vond uiteindelijk in West-Afrika een groot afzetgebied met deze wax prints. Het is niet moeilijk om dat pijnlijk te vinden, ik begrijp dat Indonesiërs daar met wrok op terugkijken.

Het criterium voor mij om te spreken van onterechte toeëigening van ervaringen en concepten is dus of er sprake is van kwetsing of belediging van een gemarginaliseerde groep mensen. Brutale toeëigening is wat mij betreft dus beslist aan de orde als pro-Palestijnse groepen een anti-Israël demonstratie zouden plannen bij een monument voor slachtoffers van de Sjoa, waarvan in Alkmaar volgens de media even sprake was. Je kunt het de slachtoffers niet meer vragen, maar ook de doden – meer dan gemarginaliseerd – worden getroffen door een dergelijke daad van onteigening. En in ieder geval zou dat gelden voor de nabestaanden van die slachtoffers – of ze nou voor of tegen de vernietigende Israëlische acties zijn. 

Het lijkt erop dat de organisatie van de sit-in in Alkmaar zich van die ongepastheid bewust is. “Mensen die zich toch zorgen maken kan ik geruststellen: de sit-in is bij de roltrappen en niet bij het namenmonument”, laat zij weten. Zou de fijn afgestemde gevoeligheid voor toeëigening van de woke intellectuelen onder de activisten in dit geval zijn werk doen? Hun slagzin is immers: voor wie graag leent, is het aan te bevelen om zich echt te verdiepen.

Wil je commentaar zien of geven: klik op Toeëigening en scrol naar beneden door.

donderdag 19 september 2024

Levinas, Kant en Bobbie


Tijdens de Tweede Wereldoorlog zat Levinas als Franse militair in een Duits krijgsgevangenenkamp. Hij en zijn medegevangenen moesten overdag houthakken. Als ze na een dag in het bos terugkeerden naar het kamp werden ze bij de ingang opgewacht door een vrolijk blaffend hondje. Ze noemden het beestje Bobbie, volgens Levinas een passende naam voor een lieve hond die hen, anders dan de plaatselijke bevolking en de kampleiding, “ongetwijfeld als mensen beschouwde”. Bobbie betoonde zich daarmee “de laatste kantiaan van nazi-Duitsland”.

Levinas geeft in dit citaat uitdrukking aan zijn waardering voor Immanuel Kant, als voorvechter van beschaafde menselijkheid. Maar betekent deze waardering van Levinas ook dat Kant en Levinas verwante denkers zijn? Dat hoor je regelmatig van Levinaskenners, die wijzen op de centrale plaats in hun beider denken van een ethische impuls die de mens eigen zou zijn. Maar dat hoor je ook van Levinas zelf als hij zichzelf afschildert als volgend in de sporen van Kant.

Ik ben het daar maar gedeeltelijk mee eens. De verschillen zijn namelijk te groot om van verwantschap te kunnen spreken. Die verschillen komen er hoofdzakelijk op neer dat Kant steeds wijst op wat alle mensen gemeen hebben, terwijl Levinas de wezenlijke andersheid van mensen ten opzichte van elkaar beklemtoont. Als Kant respect voor een persoon reduceert tot achting voor de morele wet en zo het universeel gemeenschappelijke in de plaatst stelt voor het unieke van de persoon, dan blijft Levinas juist de nadruk leggen op de oneindige andersheid van de ander, die niet te universaliseren is. Dat is cruciaal voor Levinas, omdat universalisering het gevaar in zich draagt van totalisering. Hoe kan hij dat gevaar bij Kant dan negeren?

Het antwoord is: hij negeert het niet totaal. Heel voorzichtigjes durft hij bijvoorbeeld in Anders dan zijn te zeggen dat het kantianisme de basis is van de filosofie, “als filosofie tenminste ontologie is”. Dat mag je opvatten als kritiek op Kant. Maar dan moet je wel weten dat ‘ontologie’ bij Levinas staat voor het gesloten systeem van het zijn, dus de totaliteit. To be or not to be is niet de kwestie, wil Levinas zeggen, maar to be better than being. En je moet weten dat hem nog zoiets voor ogen staat als de oneindigheid die niet in dat gesloten systeem te vangen is, en die kan verschijnen in de andere mens. Ook daar moet de filosofie over spreken, aldus Levinas. 

Zie ook De valkuil van de universaliserende rede.

Wil je commentaar zien of geven: klik op Levinas, Kant en Bobbie en scrol naar beneden door.

vrijdag 6 september 2024

Winkelsferen


Bij ons in de stad hebben we vlak bij elkaar een Ekoplaza en een Albert Heijn. Als ik boodschappen haal doe ik meestal beide winkels aan, en het is iedere keer opmerkelijk hoe mijn gemoedstoestand verandert als ik van de ene winkel naar de andere ga. Als ik begin bij Ekoplaza en daarna de AH binnenstap treffen me de drukte en de gejaagde bewegingen in de winkel. Regelmatig maakt een soort hebberigheid zich van mij meester alsof ik, met al die andere shoppers, de prikkeling voel van speciale aanbiedingen, snelle snacks en nieuwe borrelhappen.

Als ik, omgekeerd, begonnen ben bij AH en dan naar Ekoplaza ga, dan treft me een zekere rust, sereniteit bijna. De mensen lijken minder gehaast, de bewegingen zijn wat normaler, en ik mag ook vertragen. Dat heeft een weldadig effect op me, dus ik kan het beste de laatste volgorde aanhouden. 

Wil je commentaar zien of geven: klik op Winkelsferen en scrol naar beneden door.

maandag 26 augustus 2024

Wie is de ander bij Levinas?



 



































Wil je commentaar zien of geven: klik op Wie is de ander bij Levinas? en scrol naar beneden door.

vrijdag 23 augustus 2024

Plaatjes gewist


Tot mijn spijt heb ik moeten besluiten om spaarzaam te zijn met illustraties op mijn weblog. Ik heb inmiddels te veel gevallen gezien van bloggers die agressieve juridische brieven kregen over beeldauteursrechten, en die daar veel geld aan kwijt waren. Ik heb geen zin in dat gedoe, dus ik heb zo'n beetje alle plaatjes gewist. Alleen boekomslagen, zelfgemaakte foto's en de negen meest recente illustraties laat ik staan. De aanblik is daardoor wat minder sjeuïg. Maar ja, het gaat ons om de tekst, toch?

Wil je commentaar geven of zien: klik op Plaatjes gewist en scrol naar beneden door.

zondag 11 augustus 2024

Gelukssysteem


Beatrice de Graaf was zeven of acht jaar toen ze voor het eerst voor een goed doel met een collectebus de straat op mocht. Dat was geen onverdeeld succes. De naaste buren stopten er nog wel wat in, maar naarmate ze verder van huis kwam werden de reacties botter. Na een tirade van een grote man in hemdsmouwen over de overheid en goede doelen als zakkenvullers en graaiers begreep ze er niets meer van. “Wie kon er nu tegen collectes zijn? En wat had de regering ermee te maken? Waarom was die man zo boos op mij?” Nu, als hoogleraar geschiedenis in Utrecht, giet ze haar verbijstering over zoveel slordig denken over de publieke zaak in een pleidooi voor een stevige herwaardering en nieuwe doordenking daarvan. In navolging van Hannah Arendt stelt zij dat “elke burger moet weten wat de publieke zaak is, en er ook moet zijn in het publieke domein”. Er moet gediscussieerd worden, over belastingen, over de zorg en het onderwijs.

Ondernemer en ex-model Charlotte Labee was dertien jaar toen ze gescout werd voor modellenwerk. Op haar veertiende kreeg ze haar eerste burn-out, maar dat weerhield haar er niet van om op volle snelheid haar beautycarrière voort te zetten. In 2008 werd ze gekroond tot Miss Universe Nederland. De daarop volgende ineenstorting was zo totaal dat alleen een rigoureuze terugtrekking in het eigen innerlijk en gevoel nog redding kon brengen. Zij ging zich richten op het overprikkelde menselijke brein. Labee kijkt sindsdien geen tv meer, behalve mooie documentaires, ze volgt geen nieuws en fladdert graag rond in het bos. Ze pleit voor minder nadenken, behalve dan als het over zaken gaat, want ze runt haar eigen productenlijn die mensen moet helpen “om meer uit je gelukssysteem te halen”. De markt is haar publieke zaak.

Ik begrijp de verleiding wel die Labee tot haar standpunt heeft gebracht. Het doet mij vaak bepaald geen goed, mijn dagelijkse portie nieuws uit de krant of het Journaal. Maar je daarvan afsluiten, en stoppen met nadenken over politiek en de inrichting van de samenleving kan wat mij betreft het antwoord niet zijn. Dan capituleer je in feite voor de markt die voor een groot deel diezelfde overprikkeling veroorzaakt. Bovendien dreigt altijd, zoals De Graaf benadrukt, bij terugtrekking van burgers uit bemoeienis met ons samenleven, de opkomst van een totalitair regime. Dan is er geen samenleving meer en valt er nog maar weinig uit je gelukssysteem te halen.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Gelukssysteem en scrol naar beneden door.

vrijdag 2 augustus 2024

Speelsheid

Ik heb het niet zo op het woord ‘speelsheid’. Het woord roept een soort superieure lichtvoetigheid op, en dat heeft er mee te maken dat ‘speels’ in veel gevallen gebruikt wordt door mensen die het al voor elkaar hebben. Ze hebben het goed, en natuurlijk zijn er problemen, maar die lossen ze wel op. Er staat voor deze mensen niet zo veel wezenlijks op het spel, of zij ervaren het hele leven als een groot spel, dus dan kan het speels blijven. Niet geheel toevallig zijn het in de politiek vaak VVD’ers die zich laten voorstaan op hun lichtheid van toon en de vrolijkheid van hun borrels. 

Het woord wordt niet vaak gebruikt door mensen op het bestaansminimum die elk dubbeltje moeten omdraaien. Of door mensen voor wie het bestaan een existentiële opgave is waar ze dagelijks mee worstelen. Niet zelden wordt speelsheid als verdienste ingezet tegenover dat soort getob. Daar zet ik liever het woord ‘humor’ tegenover. Zeker, dat is ook een vorm van lichtheid, maar een waarin de doorleefde zwaarte ook nog hoorbaar is.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Speelsheid en scrol naar beneden door.

zondag 21 juli 2024

Een rechtvaardige onder het volk

Eldad Kisch is overleden. Ik kende hem niet persoonlijk, maar las altijd zijn columns op de site van Crescas en op grond daarvan had ik een beeld van hem. Zijn stukjes waren geen letter, laat staan woord, langer dan nodig was om zijn punt te maken. Dat was misschien de dokter in hem, die zo doeltreffend mogelijk en zonder opsmuk deed wat er gedaan of geschreven moest worden. Aan zijn perfecte Nederlands kon je niet zien dat hij al bijna vijftig jaar in Israël woonde. Dat was waarschijnlijk de taalgevoelige in hem. In zijn analyses, zowel van de Israëlische als van de (vroegere) Nederlandse samenleving was hij nietsontziend. Wat hem voorkwam als onrecht (de behandeling van de Palestijnen) of misstand (de houding van de Nederlandse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog) benoemde hij ook zo, daarin was hij nietsontziend. Dat was waarschijnlijk de profeet in hem, al zou hij zichzelf nooit zo hebben willen typeren. Hij heeft geprobeerd, waar hij kon, om aan dat onrecht wat te doen. Lees daarover maar in zijn columns van de Crescas site, bijvoorbeeld deze.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Een rechtvaardige onder het volk en scrol naar beneden door.

donderdag 18 juli 2024

Gaat Europa Israël achterna?


Het was even omdenken toen ik las dat Poolse grenswachten sinds vorige maand aan de grens met Belarus mogen schieten op illegale migranten. Daartoe heeft de regering Tusk langs de grens een bufferzone voor militairen ingesteld, variërend van 200 meter tot 2 kilometer breed. De zone is verboden terrein voor journalisten en hulpverleners. Hekken en muren om migranten tegen te houden stonden al sinds 2022 op de grens.

Donald Tusk, dat was toch die verlichte, liberale politicus, president van de Europese raad van regeringsleiders, oprichter en leider van het Poolse Christendemocratische Burgerplatform? Natuurlijk, Tusk zit nu in een andere rol, en dan mag je nieuwe standpunten innemen, soms tegengesteld aan die je eerder had. Zoals onze PVV ministers, maar dan omgekeerd. Tusk heeft nu rekening te houden met de Poolse bevolking als geheel, en die voelt zich bedreigd door asielzoekers die de Oostgrens oversteken. Zeker nu die daar, als onderdeel van een cynisch geopolitiek spel, door Belarus gedropt worden is het begrijpelijk dat Polen daar maatregelen tegen wil treffen. 

Maar dit zijn wel heel vergaande maatregelen. Het kan haast niet anders dan dat Tusk dat alleen maar doet omdat een een flink deel van de Poolse bevolking ze als noodzakelijk ziet. Hij moet er persoonlijk van overtuigd zijn geraakt dat deze drastische maatregelen nu gerechtvaardigd zijn. Ik zie er de verdrietige maar ook realistische erkenning in van de onmogelijkheid om continue vijandige druk op je grenzen mentaal vol te houden. Vroeg of laat bezwijk je voor de verleiding om die grenzen potdicht te timmeren.

Muren, die bouw je niet, die breek je af, zo was decennia lang de gedachte in Europa. Die gedachte vond zijn bekroning in het neerhalen van de Berlijnse Muur in 1989. De verontwaardiging was dan ook groot toen Israël vanaf 2002 in Jeruzalem en langs de Westbank een muur ging bouwen tegen terroristisch geweld. Dat was toch een bewijs van primitief defensief denken, dat bovendien volstrekt inging tegen de tijdgeest die juist alle muren slechtte. Maar inmiddels kent Europa zelf, en niet alleen in Polen, weer duizenden kilometers aan hekwerken en muren aan de oostgrens en er staat, afgaande op de speech van Ursula von der Leyen, nog veel meer op stapel. Europa en Israël verschillen minder van elkaar dan het leek. Wel heeft Israël met de grote invloed van ministers als Ben-Gvir en Smotrich een stadium van barbarij bereikt dat Europa hopelijk voorlopig hopelijk niet zal kennen.

Overigens denk ik dat Europa in de periode vóór de pushbacks en hekwerken al niet zo onschuldig was. Het verschil in welvaart met grote delen van de rest van de wereld is al eeuwen gigantisch, en tot in onze tijd berust die rijkdom van Europa voor een groot deel op ons traditionele machtsoverwicht, onze handelspositie en regelrechte exploitatie van arme werelddelen. Er school dus behoorlijk wat valse retoriek in het Europese humanisme van na de oorlog. Maar daar kon je in geloven, zolang de scheve verhoudingen niet leidden tot grote mensenstromen. Nu die wel op gang zijn gekomen moéten we wel nadenken over fysieke afscherming. Ook al waarschuwen deskundigen dat die afscherming nooit zal gaan werken.

Zie ook Zomaar een zomer in Frankrijk en Fort Europa.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Gaat Europa Israël achterna? en scrol naar beneden door.

zondag 7 juli 2024

Realiteit


“De filosofische traditie is onverbiddelijk: het goede leven speelt zich af in de werkelijkheid.”  Hè, hè, dat werd tijd, zullen sommige mensen zeggen, zoveel realiteitszin vertoont de filosofie meestal niet, zij staat eerder bekend om haar grote afstand tot de werkelijkheid. Eindelijk komt ze eens met een helder no nonsense standpunt, een beetje down to earth.

De geciteerde uitspraak komt uit de maandelijkse Ja/Nee vraag van Filosofie Magazine, dat wil zeggen een vraag waar naar goed filosofisch gebruik argumenten te geven zijn voor zowel het antwoord Ja als het antwoord Nee. De vraag luidde deze keer: “Is een leven in de realiteit betekenisvoller dan in virtual reality? Gesimuleerde werelden zullen in de toekomst steeds talrijker worden. Moeten we de realiteit verkiezen?” Als je dan leest dat de filosofie onverbiddelijk kiest voor de realiteit, kun je denken dat er maar één antwoord mogelijk is: een duidelijk Ja, want natuurlijk moeten we kiezen voor ‘de realiteit’.

Wat de vraagstelling en de inleiding op de rubriek niet vertellen is dat de filosofie misschien wel kiest voor de realiteit, maar dat de meerduidigheid zich daarmee alleen maar verplaatst. Want die filosofische traditie heeft het Westen millennia lang met verwarring opgezadeld over wat ‘werkelijkheid’ is. Sommigen, waaronder de invloedrijke Plato, vonden dat de wereld van ideeën de enige echte werkelijkheid was, en dat de aardse wereld daar maar een gebrekkige afspiegeling van was. Zo’n platoonse werkelijkheid ziet er wel heel anders uit dan bijvoorbeeld de werkelijkheid van filosofen die alleen harde feiten en tastbare materie ‘werkelijkheid’ noemen. In de formulering van de vraag wordt realiteit opgevat in de tweede, positivistische betekenis, en die sluit virtual reality en gesimuleerde werelden als niet bestaand uit. 

Vandaar dat degenen die zich de werkelijkheid niet anders kunnen voorstellen dan als eenduidig bestaand uit harde feiten en tastbare materie de vraag alleen maar met een volmondig Ja kunnen beantwoorden. Maar verwarring ontstaat omdat de stroom van Plato ook in het heden nog doorwerkt: liefhebbers van ideeën wijzen erop dat de mensheid altijd al in een half-virtuele wereld geleefd heeft en dat collectieve ficties zoals geld en religie in belangrijke mate bijdragen aan onze samenleving. Dat is voor deze groep ook ‘realiteit’. Het rare – en het verschil met Plato – is dat zij toch gedwongen zijn Nee te antwoorden op de vraag of ze ‘de realiteit verkiezen’, omdat realiteit in de vraagstelling al gedefinieerd is als non-fictie en no nonsense. Om die reden is er toch ook een vrij bizar Nee als antwoord op de vraag of je de realiteit verkiest.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Realiteit en scrol naar beneden door.

donderdag 27 juni 2024

Voetbalbroekjes


Er was een tijd – zo rond 1970 – dat de voetbalbroekjes ultrakort waren. Ik vond het een raar gezicht, maar iedereen vond dat toen heel normaal. Het paste in een algehele modetrend van prudente bedekking in de jaren vijftig naar steeds meer bloot in de jaren zestig, en die trend liep parallel met de seksuele revolutie waarin we seksuele vrijheid zochten en alle preutsheid van ons af gooiden. Zo min mogelijk lichaamsbedekking was een viering van de veroverde vrijheid, net zoals het percentage gebruind huidoppervlak daar een trots bewijs van was. 
De trend kreeg een vervolg “in de jaren zeventig en tachtig in een subcultuur waarin het expliciet benoemen van lichaamsdelen en lichamelijke functies eerder als een uiting van bevrijding dan als een vorm van vulgariteit werd gezien”, aldus NRC-ombudsman Arjen Fortuin. Hij heeft het daarover omdat een lezer zich gestoord had aan een plastische en gedetailleerde passage (met bewoordingen als ‘pijpen’ en ‘vagina’) in het NRC-verslag van het proces tegen de van verkrachting beschuldigde rapper Ali B. “Meneer, moet ik dit nu werkelijk bij mijn ontbijt lezen?”, zo was de klacht. Fortuin concludeert na een rondgang over de zaak onder collega’s dat de keuze voor expliciete of meer afstandelijke woorden op dit terrein vooral een kwestie van smaak is.

Wat ik daaruit opmaak is dat de normen ‘bloot moet’ of ‘benoem het expliciet’ nu minder dwingend zijn dan een paar decennia geleden. Sommigen spreken om die reden van vertrutting of verpreutsing van de samenleving, maar ik ben wel blij met minder normativiteit op dat vlak. En de huidige voetbalbroeken vind ik een stuk relaxter dan die hitsige van vroeger. De totale bedekking van de huid met tatoos vind ik dan weer een beetje overdreven. 

Wil je commentaar geven of zien: klik op Voetbalbroekjes en scrol naar beneden door.