donderdag 27 maart 2014

Dodelijk


Het blijft interessant om twee vakgebieden naast elkaar te volgen, vanwege het feit dat de parallellen soms zo frappant zijn. Ik doel hiermee op de disciplines van de filosofie en de organisatiekunde die mij beide al een jaar of twintig interesseren.

De aanleiding voor deze gedachte is een zinnetje van de organisatiekundige Thijs Homan. Die vertelde in een interview met Managementboek.nl dat wetenschappers, “om goed onderzoek te kunnen doen” de werkelijkheid nu eenmaal terug moeten brengen tot hapklare brokken. “En dat zijn zelden of nooit de brokken waar managers of medewerkers in de praktijk mee te maken hebben”.

Goed bekeken is dit toch een dodelijk zinnetje. Want daarin wordt uitgedrukt dat een wetenschappelijk onderzoek volgens de spelregels van de organisatiekunde pas ‘goed’ is als er zoveel abstraheringen en formaliseringen hebben plaats gevonden dat de werkelijkheid er niet meer in terug te vinden is. Een vernietigend oordeel, zou ik zeggen.

Je kunt het als winst beschouwen dat dit zo helder gezegd wordt. En bovendien, dat Homan een alternatief heeft voor dit officiële ‘goede onderzoek’ door bijvoorbeeld te onderzoeken wat de relatie is tussen “aan de ene kant interventies die verandermanagers plegen en aan de andere kant datgene wat mensen binnen de betreffende organisatie in werkelijkheid zeggen en doen”. Plaatselijk, concreet, zakelijk en betrokken dus.

Dat is winst, omdat dat vroeger niet mocht. Toen was het enige wetenschappelijk geaccepteerde spelletje dat van abstrahering en formalisering en vervolgens generalisering van de bevindingen. Het probleem is mijns inziens dat dat spelletje in de wetenschappelijke wereld maar door blijft gaan, in weerwil van de overstelpende hoeveelheid aanwijzingen dat de kloof met de door mensen beleefde werkelijkheid wel erg groot is.

Op dit punt wordt de parallel met het vakgebied van de filosofie, waarmee ik dit stukje begon, treffend duidelijk. Want het is bijna een gemeenplaats geworden om te zeggen dat wat de filosofie altijd gewild heeft – namelijk: absolute zekerheid, te bereiken via denkprocedures van abstrahering, formalisering en generalisering – dat dat niet kan. Een recente aanprijzing van de NRC-filosofiecursus Grote eigentijdse denkers maakt duidelijk hoe ver we als samenleving dat oude streven achter ons hebben gelaten. “Na de dramatische eerste helft van de twintigste eeuw veranderde de filosofie drastisch en rekenden filosofen af met oude zekerheden. Ze stopten hun zoektocht naar absolute waarheid en gingen zich in plaats daarvan afvragen: hoe moeten we vandaag de dag leven?”

De regels van het oude spel brengen je kennelijk verder van de werkelijkheid af in plaats van dichterbij, maar ook hier is het frappant om vast te stellen dat het spelletje in het academische milieu gewoon doorgaat en met overgave op de gedateerde manier gespeeld blijft worden.

Voor een verklaring daarvoor kunnen we wellicht deels terugvallen op analyses van Michel Foucault. Die liet in zijn oeuvre zien hoe macht en kennis een verbond kunnen aangaan en hoe zich opvattingen ontwikkelen over welke kennis wel en welke niet geaccepteerd is. Als die opvattingen en feitelijke macht eenmaal aan elkaar gekoppeld zijn in eerbiedwaardige wetenschappelijk instituten en universiteiten met bijbehorende carrièreperspectieven zal er van daaruit alles aan gedaan worden om de oude spelregels te handhaven.

Voor Foucault hoefde dat niet meer. Binnen zijn eigen vakgebied van de maatschappijwetenschappen maakte hij duidelijk dat een pijler onder het klassieke wetenschappelijke denken – namelijk het onderscheid tussen theorie en praktijk, en het daarmee gepaard gaande prestige van de theorie – voor hem had afgedaan. “Theory does not express, translate or serve to apply practice: it is practise”.

Zie ook (On)reinheid, Bijna en Bellen blazen

1 opmerking:

  1. Deze bijdrage wijst ons op de (dodelijke) blinde vlek die de denker en de wetenschapper met elkaar gemeen kunnen hebben.
    "Theory .... is practise", maar dan wel zonder enige aansluiting bij de werkelijkheid. Volgens mij ligt hier nog altijd een hele uitdaging voor onderwijs en opvoeding.
    Al zal ik tegelijkertijd niet ontkennen dat in mijn leefomgeving het 'andere' denken van Levinas hier en daar terrein wint....


    BeantwoordenVerwijderen