donderdag 18 december 2014

Is Islamitische verzuiling mogelijk en gewenst?


In het debat over integratie van groepen nieuwkomers in ons land is regelmatig geopperd dat het zuilenmodel, zoals Nederland dat kende in de twintigste eeuw, wel eens waardevol zou kunnen zijn. Met name voor de inburgering van Moslims zou de oprichting van een Islamitisch zuil goede diensten kunnen bewijzen, zo is de gedachte. Want zo’n zuil, met eigen scholen, een eigen omroep en eigen politieke partijen, zou aan de ene kant deelname aan de algemene Nederlandse samenleving mogelijk maken, en aan de andere kant de religieuze en culturele identiteit van Moslims kunnen veilig stellen.

Maar zo lijkt het niet te werken. In een aantal plaatsen hebben Islamitische scholen hun deuren weer moeten sluiten, de oprichting van een Islamitische omroep verloopt moeizaam, en politieke partijen zijn er maar mondjesmaat.

De vraag is waarom de oprichting van een Islamitische zuil zo moeizaam verloopt. Zeker omdat er op het eerste gezicht veel gelijkenis is met de positie van de grote aanjagers van de verzuiling in de negentiende eeuw: de Gereformeerde ‘kleine luiden’ en de Katholieken. Beide waren maatschappelijk enigszins achtergestelde groepen, ontleenden hun identiteit voor een belangrijk deel aan een (soms zeer) orthodox beleden geloof, en leefden behoorlijk gesegregeerd. De verzuiling bood hen kansen om maatschappelijke invloed te verwerven en daarmee hun emancipatie in de samenleving te bevorderen.

De gelijkenis tussen die toenmalige groepen en huidige Moslims is in ieder geval gelegen in de achtergesteldheid en in het orthodoxe karakter van het groepsgeloof. Maar misschien minder in het verlangen naar emancipatie, en de afwezigheid van dat verlangen zou kunnen verklaren waarom een Islamitische zuil er niet in zit.

Want emancipatie kan ook betekenen: verwatering van de oorspronkelijke groepsidentiteit. In ieder geval heeft die verwatering duidelijk zichtbaar toegeslagen bij de Christelijke groeperingen. In de Tweede Kamer bijvoorbeeld hadden Christelijke partijen rond 1960 nog 80 van de 150 zetels, nu nog maar 21. Van oorsprong Katholieke scholen doen vaak weinig meer aan hun identiteit, en oorspronkelijk Christelijke omroepen beginnen nu echt in het nauw te komen.

Mijn punt is dat die verwatering voor de betreffende groepen Christenen misschien wel niet zo bedreigend was, omdat veel van de beleden Christelijke waarden, zoals gelijkwaardigheid van mensen en rechtvaardigheid, hun plek in de seculiere omgeving al hadden gevonden. Misschien kónden die emancipatie en bijbehorende verwatering van geloofstradities alleen maar plaatsvinden omdat verwante kernwaarden overeind bleven. Namelijk, belichaamd in de liberaal-democratische rechtsstaat waarvan je gerust kunt zeggen dat die een product is van de Westers-Christelijke traditie.

Precies die geruststelling zou voor Moslims wel eens kunnen ontbreken. Emancipatie, namelijk in de Westerse rechtsstaat, en de bijbehorende verwatering van tradities zouden hen het gevoel kunnen geven niets over te houden. Want de liberaal-democratische rechtsstaat is niet uit hún traditie gegroeid, dus innerlijke verwantschap daarmee ontbreekt. Dan voelt verwatering echt bedreigend, want niets overhouden is geen optie.

Ondertussen vinden emancipatie en ingroei in de Nederlandse rechtsstaat toch wel plaats. Maar dan op basis van persoonlijke keuzes van individuen, en niet van een collectief arrangement. Integratie-deskundige Frank van Tubergen stelt vast dat de religieuze betrokkenheid onder Moslims afneemt, en dat het (dus?) goed gaat met de integratie.

Gaat het dan (dus) ook goed met Moslims?

Zie ook Alcohol, Er is over nagedacht en Rome, Mekka en Halsteren

2 opmerkingen:

  1. Ingeval Islamitische verzuiling een optie was, had die al plaatsgevonden. De verscheidenheid in afkomst is te groot: wat deelt een Marokkaanse of Soedanese Moslim met een Turkse anders dan een geloof dat ook nog eens op meerdere wijzen wordt beleden en uitgelegd? Verder denk ik dat het de Moslimgemeenschappen ontbreekt aan voldoende kader. Een oorzaak hiervan is de sociaaleconomisch eenzijdige immigratie. Teveel Moslims hangen op de imam in plaats van op geschoolde mensen uit de eigen kring. Integratie verloopt redelijk, assimilatie zal generaties duren en kwetsbaar zijn. De uitsluitingspolitiek van de neoliberalen (die niet alleen Moslims treft) helpt hierbij niet erg. Evenmin als de subsidie politiek van PvdA en GL heeft geholpen, zoals onlangs maar weer bleek.

    Monk

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik kan me zowel in het blogbericht als in uw reactie erop vinden.
      Het lijkt erop dat de Moslimidentiteit niet goed inpasbaar is in de verworvenheden van onze westerse democratische rechtsstaten. Het is belangrijk dat imams -en diegenen die ze opleiden- in de verworvenheden van onze westerse samenleving geen bedreiging zien voor de moslimidentiteit .
      Het ziet er niet naar uit dat we op korte termijn grote veranderingen inzake imamopleiding hoeven te verwachten, want in moslimgemeenschappen ontbreekt inderdaad een sterk kader.

      Verwijderen