donderdag 22 januari 2015

Eigenaardigheden


“Britse integratie betekent tolerantie voor elkaars eigenaardigheden”, zegt correspondent Titia Ketelaar. Daarmee doelt ze op in het openbaar uitgedragen eigenaardigheden zoals de weigering om een hand te geven, of het dragen van een keppel of een hoofddoek.

Daartegenover zou je kunnen zeggen: Franse integratie betekent absolute gelijkheid voor de wet en slechts beperkte tolerantie voor elkaars eigenaardigheden in de openbare ruimte. Franse integratie bestaat namelijk voor een groot deel uit instemming met de ideologie van de laïcité, dat wil zeggen de gedachte dat de staat en de openbare ruimte zich verre houden van religie, juist om neutraliteit en gelijkheid te garanderen. Anders dan in Engeland is acceptatie van openbare religieuze uitingen in Frankrijk dus met meer voorwaarden omgeven. Eigenaardigheden bewaar je voor thuis.

Dit verschil tussen beide landen is verklaarbaar vanuit de geschiedenis. De Fransen hebben lang geleden onder een oppermachtig regime van de kerk, versterkt door het verbond van de kerk met de absolute monarchie van de 17e en 18e eeuw. Engeland daarentegen kon al vanaf het einde van de 17e eeuw gaan experimenteren met serieuze parlementaire en democratische instellingen. Grote standsverschillen zijn er – tot op de dag van vandaag – gebleven, maar de bijna totalitaire repressie en censuur die in Frankrijk bestond hebben de Engelsen al lang niet meer gekend.

Dat verschil maakt inzichtelijk waarom de omgang met satire zo verschillend is. In Frankrijk stond er meer op het spel. Het regime was hard en repressief, satiristen waren voortdurend op de vlucht voor censuur en politie, en dat lokte vanzelf de meest bijtende prenten en teksten uit. De bevrijdende lach werd mede opgewekt omdat het hard tegen hard ging.

In Engeland was, aldus Simon Schama, satire meer onderdeel van het politieke spel. Er werd net zo veel gelachen als in Frankrijk, maar het naakte bestaan was niet in het geding. De Engelse satiristen hoefden niet ondergronds te gaan, de meest beroemde van hen – James Gillray – werd slechts éénmaal gearresteerd.

Dat verschil kan ook verklaren waarom de Engelsen, bij al hun satire, meer oog hebben voor de kwetsuren die de spotprenten kunnen aanrichten, zoals belediging en vernedering. De Fransen voerden een strijd op leven en dood, die niet voor niets uitmondde in de Franse Revolutie; zij hadden voor hun gevoel niet de ruimte om zich te bekommeren om omgangsvormen. De Engelsen wel.

Op een dieper niveau speelt er, denk ik, nog iets anders mee. De Franse denktrant, meer in het algemeen genomen, zet vooral in op clair et distinct, is rationeel, zoekt het felle zonlicht van de rede op. Engelse denkers – maar ook tragedieschrijvers zoals Shakespeare – hebben juist altijd basale menselijke gewaarwordingen en emoties een plaats gegeven in hun geschriften. Daar hoorden woede en verontwaardiging bij, de brandstof voor hun satires. Maar net zo goed de aandacht voor gevoelens van belediging en vernedering.

Charlie Hebdo staat onmiskenbaar in de Franse traditie.

Zie ook Je suis (pas) Charlie

1 opmerking:

  1. Interessante kwestie. Hierover hoor je onze Leiders niet. Er wordt niets in perspectief geplaatst in de media. Dat krijg je in een land dat de Rekentoets doorvoert als garantie voor de kwaliteit van het onderwijs, waar eerder de Historische of de Filosofische toets zou moeten gelden. Ik ben overigens evenmin Charlie. Hierover schreef ik de stukjes Oprotten (8 januari) en Charlie (10 januari) op mijn site www.MonkWise.nl. Dank voor je visie. Mazzel en brochum, Monk

    BeantwoordenVerwijderen