vrijdag 20 februari 2015

De pedante roman


Er is een aantal zaken in onze samenleving die omgeven zijn met een waas van verhevenheid. Ik denk daarbij aan het prestige van verre reizen, het leren kennen van andere culturen, en het lezen van romans. Op zichzelf is daar niets mis mee, want dat zijn stuk voor stuk eerbiedwaardige activiteiten.

Maar één terugkerend aspect van dat prestige stoort me, en dat is de morele pretentie die er regelmatig aan gekoppeld wordt. Door te reizen en te lezen zou je een beter mens worden, want je leert je inleven in de wereld van anderen.

Laat ik vooropstellen: ieder inkijkje in een andere denkwereld is een verruiming van de geest. Daarom hebben reizen, culturele uitwisselingen en romans beslist een toegevoegde waarde. Waar ik me tegen verzet is de pretentieuze claim die daar mee gepaard kan gaan.

Neem het lezen van romans. In Trouw werd laatst Beatrice de Graaf geciteerd die meent dat de roman een onvervangbare bron is van kennis, omdat het de enige manier is om in andermans hoofd terecht te komen. “Alleen de roman doet recht aan de complexiteit van gevoelens, gedachten en motieven die ons gedrag sturen”.

Dat is gewoon niet waar, want, er is op zijn minst nog één andere manier, dat is die van de confronterende real life ontmoeting met een ander mens, een verschijnsel dat ik in mijn workshops met andere mensen uitgebreid onderzoek. Het gebéurt dat iemand, in gesprek met een ander, ervan overtuigd is dat zijn gesprekspartner wel zo en zo zal denken over een bepaalde zaak. En dat vervolgens de ontnuchterende verrassing optreedt dat die gesprekspartner daar totaal anders over denkt. Als jou dat overkomt ben je even in die ander haar hoofd geweest.

Het is dus niet waar dat het lezen van romans daartoe de koninklijke of zelfs enige weg zou zijn. Daarom stoort mij die pretentie, maar misschien nog meer vanwege het achterliggende schema dat tot die pretentie leidt. Namelijk dat de uit het leven gegrepen confrontaties worden genegeerd, ten gunste van een toeschouwersconfrontatie. Voorrang wordt gegeven aan de situatie waarin je de leunstoel hebt opgezocht en zelf gekozen hebt voor een bepaald verhaal; boven de situatie waarin het leven zelf, in de persoon van een andere mens, je confronteert met een denkwereld.

Uiteindelijk willen we zelf de regie houden. We trekken ons terug, bepalen zelf wanneer en hoe en tot hoever we ons laten confronteren. Dat mag, en verruiming zal zeker optreden. Maar pretendeer alsjeblieft niet dat het de enige manier is, en ook niet dat je daarmee de wereld leert kennen. In het gewone geleefde leven, ook van niet-boekenlezers, treden vaak meer denkwereldverruimende confrontaties op dan ons lief is.

Zie ook Levinas en empathie en De heilige verbeelding

Geen opmerkingen:

Een reactie posten