donderdag 9 juni 2016

Ideeënarmoede


Het was al heel lang heel vervelend met die korte lontjes, het gescheld in de digitale ruimte, en het geweld op straat. Maar die lontjes zijn nu zo afstotend kort geworden dat iedereen er last van lijkt te krijgen.

Dat is met enige goede wil af te leiden uit de commotie rondom het oplaaiende racisme- en integratiedebat. Daarin lijken genuanceerde posities nauwelijks meer te bestaan, en er is maar weinig voor nodig om ofwel weggezet te worden als ‘vuile racist’, dan wel als ‘kankerneger’ of ‘geitenneuker’.

Ik herken me in de verzuchting van schrijfster Sana Valiulina als zij uitroept: waarom gaat het zo plat toe in onze samenleving? En in de echo van die verzuchting bij de Brusselse docent Bruno Derbaix: waarom is het zo moeilijk om over ideeën te praten? Hij komt tot die vraag door zijn reflectie op de aanslag in Zaventem waarbij een van zijn leerlingen betrokken was. “Mijn leerling Najim Laachraoui was geen slechte jongen. Als puber droomde hij van een maatschappij die de islam zou waarderen”.

Voorafgaand aan zijn verzuchting stelt Derbaix de volgende vragen.

Aan Najim: waarom heb jij je ideaal van een vreedzame ‘volmaakte godsdienst’ geruild voor barbaarsheid en verwoesting?

Aan onszelf: waarom hebben wij bijna veertig jaar toegelaten dat het Wahabisme zo dominant werd in de moskeeën, de boekhandels, de wijken. Waarom hebben we niet ingezien hoe gevaarlijk dat was voor de goedwillende Moslims?

Aan het onderwijs: waarom hebben wij de krachten die in het onderwijs naar verandering streefden niet meer weerklank en meer middelen gegeven?

Aan onze Moslimintellectuelen: waarom hebben zij niet meer inspanningen geleverd om op het internet, in de moskeeën en in de publieke ruimte die andere Islam aan bod te laten komen?

En dan komt dus de wat mij betreft fundamentele vraag: “Waarom is het in deze maatschappij zo moeilijk om over ideeën te praten? Waarom is er in de scholen, in de wijken, aan de universiteiten zo weinig ruimte om van gedachten te wisselen, onze verschillen met elkaar te confronteren, een dialoog te voeren. Hoe hebben we een wereld laten ontstaan waarin zo weinig over godsdienst wordt gepraat, behalve in termen van stereotypen en sjablonen?”

Of gooi ik bovenstaand twee geheel verschillende kwesties op één hoop: het verbale geweld waar Valiulina het over heeft en het echt fysieke geweld waar Derbaix over spreekt? Je kunt zeggen: dat zijn toch totaal verschillende dingen.

Maar dat weet ik zo net nog niet. Ik vind het in ieder geval opmerkelijk dat Valiulina en Derbaix voor enerzijds dat verbale en anderzijds het fysieke geweld bij een zelfde fundamentele vraag uitkomen: waarom zijn veel gesprekken zo plat, vanwaar het onvermogen in onze samenleving om over ideeën te praten? Dat is geen toeval.

Valiulina zelf doet een poging tot beantwoording van haar vraag, en zij legt de schuld voor dat onvermogen bij het neoliberalisme. Haar redenering is als volgt. Het neoliberalisme zet in op rationaliteit en creatie van zoveel mogelijk welvaart. Zolang je daarnaar streeft zit je goed volgens die ideologie, en hoef je je niet meer te bekommeren om morele vragen of de irrationele kanten van het leven. Geef je over aan het systeem, meer is niet nodig, en doe vooral niet moeilijk.

Overgave aan het systeem houdt dus in: geen grote vragen meer stellen. En in ruil daarvoor rijkelijk beloond worden via de attracties van onze welvarende samenleving zoals eindeloze consumptiemogelijkheden, social media, festivals en reisjes naar de andere kant van de wereld. Materiële overvloed in plaats van ideeënrijkdom.

Maar, zegt Valiulina, de diepste vragen van de mens komen vanuit zijn donkere, irrationele kanten. Die vragen om uitwerking en ideeën, maar zij worden door het neoliberalisme juist genegeerd. Het neoliberalisme heeft niets met kunst, literatuur en psychoanalyse – zoals we ook in Nederland de laatste jaren hebben kunnen merken – en dat verklaart de gebrekkige mogelijkheden om over emoties en irrationele drijfveren te spreken. Die gaan ondergronds en uiten zich in de primitiviteit van nationalisme, fundamentalisme en racisme.

Valiulina heeft met deze verklaring wel een punt, denk ik. Maar de kwaal gaat verder terug dan de opkomst van het neoliberalisme rond 1980. Ik kan me al van daarvóór – uit mijn studententijd – herinneren dat ik het raar vond dat goede gesprekken pas laat op de avond en na de nodige alcohol konden plaatsvinden. Gesprekken dus waar ideeën konden stromen, de hele werkelijkheid aan bod kon komen en niet alleen een oppervlakkig deel ervan.

Kennelijk is het al veel langer zo dat in onze samenleving achter de façade van het economische en burgerlijke bestaan een compleet separate parallelle wereld schuilgaat waar  meer complexe – en vaak ook duistere – drijfveren heersen. Dat wisten we al uit de verhalen over SS-officieren die overdag de grootste gruwelen uitvoerden en ’s avonds en in het weekend zo aandoenlijk met gezin en kinderen in de weer waren. Iets daarvan komt terug in het het patroon dat minister Asscher aantrof achter het gescheld op internet – hij kon zo doorklikken naar de knusse familiekiekjes van de schelders.

Valiulina wijst op het bestaan van die duistere parallelle wereld, en ze zegt dat we daar niet alleen niet mee om weten te gaan – dat blijkt uit het gescheld en geweld. We lopen er ook het liefst van weg om te vluchten in consumptie, festivals en reisjes.

We zullen het onszelf toch eigen moeten maken: praten over de dingen die er echt toe doen. En dan ook nog discussiëren daarover op een zindelijke manier.

Zie ook Een goed gesprek en Parrèsia

3 opmerkingen:

  1. Ik ben over dit alles minder somber. Schelden, vloeken, tieren, razen... ach het is van alle tijden. Een deel van onszelf doet dat graag, en met animo. En er zijn zelfs kunstvormen, zoals cabaret en komedie aan gewijdt. In de Groene Amsterdammer van deze week... een prachtig verslag over Zuid-Afrika. De arrogantie, doodswensen, tieren e.d. zijn daar in grote getale aanwezig. De oplossing is simpel: organiseer discussies, debatten, gesprekken... waar men deze ideeen en gevoelens naar voren kan en mag brengen. En, zie dan verder.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik deel de opvatting dat het neoliberalisme als ideologie hierin een belangrijk aandeel heeft.
    In de jaren 60-70 van de vorige eeuw hebben de (toen nog gewone) liberalen de ideologische discussie verloren. Om invloed te herwinnen, is nadien en met succes veel sterker ingezet op het materialisme, een in de basis simpel proces van produceren en uitgeven, gericht op meer van hetzelfde, te weten geld.
    Over geld valt, buiten de methoden het te verwerven, niet veel interessants te zeggen: geen filosofie, geen geschiedenis, geen kunst en wetenschap alleen in dienst van het geld.
    Halbe Zijstra maakt binnen het begrip geld onderscheid tussen echt geld en nutteloos geld. Echt geld wordt verdiend met productie en handel. Het andere geld is een zoethoudertje dat aan links wordt toegestaan: geld voor onderwijs en onderzoek zonder direct verband met productie en handel, geld voor sociale processen waaronder publieke media, etc. Rechts ziet ook niets in een overheid die verder gaat dan politiek onvermijdelijk is.
    Erger nog is dat het neoliberalisme in toenemende mate bijdraagt aan eenvormigheid in taal (toegeschreven aan de digitalisering) en daarmee in het denken en communiceren. Taalbederf bevordert de verschraling van het denken.
    Rechts is nauwelijks geïnteresseerd in de discussie of het debat. Bijna alles op dit gebied moet van links komen. Het neoliberalisme stelt haar idealen ook niet graag voor als een mening, een idee, laat staan als ideologie (wat het weldegelijk is). Eerder spreekt men van natuurlijk en onvermijdelijk, logisch, een kwestie van gezond verstand (wat discussie dus overbodig maakt).
    Er valt nog veel meer over te zeggen, maar ik laat het hier even bij.

    groet,
    Monk

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Toch lijkt een discussie over basisinkomen weer terrein te winnen. Voor Zijlstra natuurlijk de ultieme nutteloos-geld-gruwel, maar veel verstandige mensen zien er een adequaat antwoord in voor veel hedendaagse problemen.

      Verwijderen