vrijdag 15 april 2022

Verontwaardiging


Ik kreeg wat verontwaardigde reacties op blogberichten waarin de vanzelfsprekendheid van ons westerse verlichte denken ter discussie staat. In Meten met twee maten constateerde ik dat trotse nationale beschavingen zoals de Chinese en de Indiase steeds vaker de universele pretentie van westerse beschavingsidealen afwijzen. En in De goede kant van de geschiedenis dat het niet zo eenduidig helder is wat die goede kant van de geschiedenis precies is. Is dat de richting die de meeste overlevingskansen heeft, eventueel via de inzet van religieus en gewelddadig nationalisme (alweer: zie China, India en natuurlijk Rusland)? Of de richting die inzet op individuele mensenrechten en het terugdringen van groepsgebonden religieus en/of nationalistisch geweld?

Ik snap de verontwaardiging wel. Ook ik voel de aantrekkingskracht van universele waarden zoals de waardigheid van het individu en de onaantastbaarheid van grondrechten voor iedere mens. Tegelijkertijd ben ik er al langer van overtuigd dat het dominante mensenrechtendiscours een blinde vlek kent. Met zijn nadruk op de rechten van het individu heeft het geen of weinig oog voor de betekenis van nationale of nationaal-religieuze identiteit van een mens.

Jazeker, daar moet een mens vrij voor kunnen kiezen, ook volgens de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (bijvoorbeeld artikel 15). Maar die religieuze of nationale of nationaal-religieuze identiteit eist, vanuit haar aard, meer dan dat. Die identiteiten stellen soms de groep boven het individu. En dat is beslist niet de intentie van de bescherming van identiteiten die de Universele Verklaring op het oog heeft. Die identiteiten moeten geweldloos, soft en onschuldig zijn.

Maar dat zijn ze niet. Denk aan patriarch Kirill die de gruwelijke bombardementen in Oekraïne verdedigt met een beroep op de Russisch-orthodoxe beschaving. Of aan Israëlische kolonisten die geweld tegen Palestijnen rechtvaardigen met een beroep op de nationaal-Joodse geschiedenis of Hindoes die Moslims geweld aandoen omdat die niet in India thuis zouden horen.

Je zou dat, met onze westerse blik, het ‘verkeerde’ nationalisme of religieus-nationalisme kunnen noemen. We zouden onszelf, met ons getemperde westerse identiteit, gemakkelijk superieur kunnen wanen, aldus historicus James Kennedy vorige week in Trouw, en onszelf zo aan de goede kant van de geschiedenis situeren. Maar dat laatste doet hij juist niet, want dat groepsgebonden religieus-nationalistische identiteitsdenken heeft misschien wel de toekomst. “Misschien is het een illusie te denken dat geloof lang kan gedijen zonder politieke macht” aldus Kennedy. 

Voor mij wordt daardoor de kwestie die hier aan de orde is alleen maar klemmender. Want als je ‘de toekomst hebt’, sta je dan per definitie aan de goede kant van de geschiedenis? Zo zal de immer genuanceerde Kennedy het toch niet bedoelen?

Zie ook De goede kant van de geschiedenis.

Wil je commentaar geven of zien: klik op Verontwaardiging en scrol naar beneden door.

3 opmerkingen:

  1. Naud
    waar georganiseerde religie (kerk) en staat samen vallen of dicht tegen elkaar aan schurken, stinkt het inderdaad, vind ik. Tenminste : dat leert mij toch de Europese geschiedenis met haar Zonnekoning, Oost-Romeinse Rijk edm. In de christelijke traditie vind ik Bonhoeffer, die een onderscheid maakte tussen religie en godsdienst, dienaangaande helemaal niet soft.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Heb jij daar een antwoord op? Be ahawah, Ariette Vissel

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Nee, vooral vragen. Voor actuele gebeurtenissen is het vrijwel onmogelijk om te weten of je aan de goede kant van de geschiedenis staat, denk ik. Je kunt misschien wel wat afleiden uit de manier waarop leiders en regimes met hun eigen geschiedenis omgaan. Het feit dat Poetin Stalin rehabiliteerde en de herdenkingsbeweging 'Memorial' ophief zijn wat dat betreft veelzeggend en van voorspellende waarde.

      Verwijderen